Verwoestend grenzen stellen.
27 januari 2019
Koesterende gedachte.
28 april 2019

Guus had, onbewust en voordat hij überhaupt al gearriveerd was al eens voor oorlog in de bak gezorgd. Nadat ik een cliënt had uitgezwaaid en de buitenpraktijk weer klaar maakte voor Guus ontstond er uit het niets ineens oorlog in de bak. Er werd gegaloppeerd, getrapt en gebeten naar elkaar. Ternauwernood kon ik voorkomen dat er een dure deken aan flarden werd getrokken door Belgen kaken.. Tijdens de sessie kwamen we er achter dat er zich oorlog op school had afgespeeld en die energie kwam al voor Guus aan ons erf op.

Als Guus weer komt zie ik direct een andere blik op zijn gezicht. Er is iets anders, schiet er door mijn hoofd. We lopen samen met zijn vader naar de bak. Omdat Puzzel de vorige keer, tijdens de spontane oorlog in de bak, geblesseerd geraakt was heb ik haar uit voorzorg op stal gezet.
Loop maar vast naar de buitenpraktijk, zeg ik, dan vraag ik Special met ons te werken..
Special, onze oudste Tinker (30+) is de rustigste van het stel. Ik vraag haar weinig te werken en laat het eigenlijk altijd aan haar over of ze mee wil doen.
In eerste instantie gaat ze buiten de overkapping staan, wat dwazig voor haar uit kijkend.
We nodigen haar uit om binnen te komen staan en aarzelend komt ze binnen.
Wat aarzelend komt ze op gang, terwijl ik Guus bevraag hoe de afgelopen twee weken zijn gegaan. We hadden een afspraak gemaakt en ik was benieuwd of het gelukt was om die uit te voeren. Guus zou meester Dion vragen om vertrouwenspersoon van hem te worden. Want, zo had Guus verteld, hij wilde echt niet zo boos worden en hij wilde het eigenlijk fijn hebben op school en vrienden maken.
Guus staat er wat laconiek bij, hij antwoord nauwelijks op mijn vragen en lijkt wat afgevlakt. Ik merk dat ik hard aan het werk ben om iets op gang te krijgen en besluit daar mee te stoppen. Vader en zoon kijken elkaar nauwelijks aan, er speelt ook iets tussen die twee merk ik.
Heb je mijn mail nog gehad gisteravond? bromt vader. Nee, niet meer gezien en vanmorgen zat de agenda vol, ik heb nog geen tijd gezien om mijn mail te lezen.
Nou dan moet jij het maar vertellen zegt vader tegen Guus, zonder hem aan te kijken. Guus staat nonchalant tegen de kant.
En vanuit het niets springt Special aan de kant en begint als een idioot met haar achterbenen te stampen op de grond. Ik verontschuldig nog dat ze last heeft van mok en dat haar dit extra plaagt met deze regen dagen. Dan draait ze zich naar me toe en ik krijg een angstaanjagende blik die ik niet van haar ken.
Ik duw haar een eindje aan de kant en probeer haar op deze manier uit de energie te krijgen die ze kennelijk oppikt. Het helpt maar even want voor ik het weet staat ze met haar kont naar Guus gericht en ik kan nog net voorkomen dat ze vader klem zet. Al stampend en snuivend komt ze dreigend over. Gelukkig heb ik haar het halster om gelaten en daar grijp ik haar vast. Met een boog weet ik haar van Guus en vader weg te krijgen. Nog nooit heb ik een paard de bak uit moeten zetten omdat het gevaarlijk werd voor een cliënt en enigszins geschrokken loop ik terug.
Wat is er gebeurt Guus? vraag ik hem.
Dan komt er een verhaal van ruzie, vechten en politie.. Een verhaal zonder enige vorm van emotie en zelfreflectie. Ik voel bij ieder woord die hij zegt mijn zorg groeien.
Deze jongen, die vol verdriet en pijn de eerste keer in de bak stond is veranderd in iemand die niet meer bij zijn gevoel kan.
Als ik doorvraag geeft vader aan dat de psychiater de antidepressiva gehalveerd heeft en er een nieuw medicijn bij heeft gegeven om de boze buien te onderdrukken.
Ik kijk Guus aan en vraag; Guus, voel jij je nog boos? Ja, zegt Guus, maar ik zie dat hij er niet meer bij kan. De medicatie vlakt het zo af dat het er nog wel is maar afgestompt.
Guus kan niet vertellen waarom hij zo boos wordt dat hij volledig ongeremd reageert.
Ik leg Guus uit dat dit de medicatie kan zijn. Zie het maar als een potje, jouw boosheid en verdriet zit en dat potje. De pilletjes zijn het deksel, wat er heel stevig opgedraaid is. Alleen als de pilletjes uitwerken dan kunnen ze het dekseltje niet meer zo goed strak vast houden. En als er dan iets gebeurt wat jij niet fijn vindt vliegt het dekseltje er af en ontploft het in jouw hoofd.
Guus kijkt me verbaast aan; hoe weet jij dat, vraagt hij me. Ik voel mijn boosheid daar, en hij wijst naar zijn buik. Maar wel veel minder als eerst! Hij grijnst.
Dan hoor ik Puzzel tegen de deur van de stal rammen.
Ik besluit haar te gaan halen. In alle rust gaat ze naast Guus staan en ik zie zijn hand in de vacht van Puzzel verdwijnen. Als Puzzel begint te gapen duurt het maar even en gaapt Guus mee.
Ik zie een geërgerde blik van vader en met een stille hint weet ik te voorkomen dat hij zijn zoon hierop aanspreekt. Guus ontspant en we concentreren ons op het potje boosheid in zijn buik en het deksel wat er op zit. Gaandeweg zie ik hem wat ontspannen en weer wat dichter bij zichzelf komen.
Als we afronden bedankt hij Puzzel met een klopje op haar schouder. Puzzel blijft onder de overkapping staan als we weg lopen. Ze heeft het zwaar gehad en ik besluit straks nog even terug te lopen.
Binnen maken we een nieuwe afspraak en herinnert vader me nog aan zijn mail. Ik beloof er naar te kijken en op te reageren.
Ik zwaai Guus uit en loop terug naar Puzzel om nog even te checken of het lukt deze sessie los te laten. De drie Tinkers staan ontspannen bij elkaar en lijken onderling al geëvalueerd te hebben.
Ik ruim de spullen op en sluit de dag af met het nog even opstarten van de laptop waar ik de mail van de ouders van Guus lees. Gedetailleerd vertellen ze welke drama’s ze met guus hebben mee gemaakt de afgelopen twee weken. Dagen geschorst van school, twee keer met de Politie in aanraking gekomen vanwege vechten en niet meer kunnen reduceren in gedrag.
De psychiater vindt Guus zo “gevaarlijk” dat ze de ouders waarschuwt dat, als het niet op korte tijd verbeterd, Guus in een gesloten inrichting dreigt te komen. Ik lees de wanhoop en het verdriet.
En dan schieten me de woorden van Guus door het hoofd: “ik word altijd gestraft en de ander nooit!”
Als ik de mail lees, begrijp ik wat Guus bedoelt. Hij kan er niets aan doen dat hij het dekseltje niet op het potje boosheid kan houden. En als het er af knalt dan is er geen remmen meer aan.
Guus zit op een school met kinderen die allemaal moeilijkheden hebben met potjes en knallende dekseltjes. Ze kennen als geen ander de zwakke plekken van elkaar. Zo weten ze dat Guus er niet van houdt dat je hem aanraakt. Als dat wel gebeurt knalt het dekseltje..
Schorsing is de straf die hier op staat. Alleen wil Guus zo vreselijk graag wel ruimte in zijn hoofd voor leren en het leuk hebben op school. Zich veilig voelen op school!
En als de conciërge hem uit het gevecht probeert te halen is hij genoodzaakt Guus aan te pakken.
Onbegrensde boosheid is het antwoord en de Politie moet ingrijpen. Teleurgestelde en boze ouders en leraren als gevolg.
Eén regel in de mail raakt me het meest: “Guus is niet in staat in te zien dat hij anderen pijn doet en wat dat met die andere doet…”
Nee! Logisch! denk ik. Guus kan niet eens bij zijn eigen boosheid en verdriet, hoe moet hij dat van anderen dan snappen? Guus voelt zich continu bedreigt door een wereld die hem ongevraagd aan kunnen raken. Zijn wereld is zo onveilig!
Thuis is de enige plek waar hij nog een beetje zichzelf kan zijn, waar nog enige veiligheid is. Maar Guus is ook een mens met behoeftes. Dus als het even wat rustiger in zijn hoofd is gaat hij de straat op, op zoek naar vrienden die hij zo mist en zó graag wil.
En dan kent hij zijn grenzen niet en gaat het fout. Hij begrijpt zichzelf niet, hoe kan er van hem verwacht worden dat hij de ander begrijpt?
Ik begrijp de vraag van ouders of Spikri therapie nog wel zin heeft. Ik lees hun wanhoop.
In antwoord op hun mail geef ik weer hoe ik er tegen aan kijk.
Het zal een traject zijn met misschien wel een hele lange adem, maar ik geloof in de lieve warme jongen die er in Guus schuilt.
Ik zie hoe hij contact durft te maken met Puzzel en kan ontspannen door haar te kroelen.
Samen gapen en scheten laten.. Ik zie hem oprecht lachen als hij paardenwindjes ruikt…
En vanuit die ontspanning kunnen we heel langzaamaan op gaan bouwen.
Ik geef aan dat ik graag betrokken wil worden in de gesprekken met de psychiater en de school. Om te vertellen hoe ik het ervaar, wat ik zie, samen te werken met elkaar.
Ik wacht het antwoord af….
Tot de volgende keer lieve Guus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *