Harry is een charismatische man met een atletisch lijf, goede baan, leuk gezin en geen grote zorgen. Toch voelt Harry zich eenzaam. Harry heeft geen goede start van zijn leven gehad, een moeilijke jeugd en heeft hard moeten vechten om te staan waar hij nu staat.
“Mijn vrienden vinden me soms een zeur,“ verzucht Harry, “ik moet toch gelukkig zijn met wat ik heb bereikt? En toch voel ik me soms zo verdomd eenzaam!”
In de bak blijkt hoe moeilijk Harry bij zijn gevoelens kan. Hij is een ‘pleaser’ wil iedereen het naar de zin maken waarbij hij zichzelf volledig buiten spel zet. “Wat verwacht de ander van mij” is de eerste gedachte bij alles wat Harry doet.
Bucata werkt deze sessie met ons en ze doet verwoede pogingen om contact te krijgen met de kudde die in de weide naast de buitenpraktijk lopen. Geen enkel paard lijkt haar te zien, wat ze ook doet.
Woest wordt ze er van en ze stuitert door de praktijkbak. Springt, hinnikt, slaat met haar benen.. geen enkele reactie.
“Ik herken het wel, zegt Harry somber, ik ben verwoestend bezig en geen mens lijkt me te zien.”
Harry’s grootste angst is dat niemand hem meer ziet staan. Daarom doet hij er alles aan om iedereen te vriend te houden en uit te leggen waarom hij doet wat hij doet. Zichzelf steeds verontschuldigend, ‘sorry dat ik besta..’.
Hij wil wel graag anders maar hoe? “Straks heb ik niemand meer!”
Ik zie Bucata bozer worden. Ze kan niets met de gedachten van Harry. Ze trekt hem aan de muts van zijn jas en laat Harry zowat stikken door zijn sjaal zo aan te trekken dat hij strak om zijn hals gedraaid is. “Wat wil je nou?” vraagt Harry verdrietig aan Bucata. En ze duwt zijn hoofd naar beneden. Je zit teveel in je hoofd Harry, zeg ik. Waar voel je dit in je lijf?
En hoe hard Harry ook zijn best doet, hij komt niet tot de diepte waar Bucata hem hebben wil.
Ik laat het gebeuren en zie Harry steeds kleiner worden.
“Zelfs een paard kan me verwoesten” verzucht Harry intens verdrietig.
Mag ze dat doen? vraag ik. Mag ze je laten stikken? Mag ze je omver lopen?
“Nee, natuurlijk niet, maar je ziet het, het gebeurt!”
Ja, omdat jij het laat gebeuren… zeg ik. Bucata heeft Harry in zo’n positie gezet dat hij met zijn hoofd omlaag staat en zich klein maakt. Tranen druppelen over zijn wangen.
Na een lange stilte hoor ik onder de, met bont gevoerde must fluisteren: “Ik laat ****** gewoon over mijn grenzen gaan!”
“Ik láát me gewoon verwoesten!”
Nog zeg ik niks, ik laat het gebeuren. En dan uit het niets geeft Bucata Harry een fikse tik met haar hoef tegen zijn kuit. En dan komt Harry los. “Auw! Ben jij nu helemaal besodemietert!!”
Hij gaat rechtop staan en kijkt Bucata boos aan.
Ik zie Bucata haar ogen glinsteren; yes daar wil ik je hebben! Voel je pijn!
Nu voelt Harry de pijn die hij altijd heeft verbeten, genegeerd, ontkent.
Bucata duwt hem nog eens op zij en daagt Harry uit. “Wat wil ze nu? vraagt Harry.
Wat wil jij, vraag ik? “Dat ze er ******* er mee op houdt!!”
Dus? vraag ik. Dan komt het los, en Harry duwt Bucata weg. “Weg jij! Weg!”
Ik laat Harry gaan en moedig hem aan om nog meer voor zichzelf op te komen.
Bucata daagt hem nog even uit. Harry is buiten adem. “Goh, dit is lekker!”grijnst ‘ie.
“Ik ben helemaal niet verwoestend bezig, ik laat over mijn grenzen gaan!”
En kijk eens om je heen, zeg ik. Bij de bak staat Mario te kijken wat er gebeurt.
Zie je wat er gebeurt als je je eigen grenzen aan gaat geven?
“De mensen die oprecht van me houden blijven!” zegt Harry. “En de anderen mogen opdonderen! Daar heb ik toch niks aan..”
Harry wrijft met een pijnlijk gezicht over zijn kuit. We sluiten de sessie af en Harry bedankt Bucata voor de mooie inzichten.
Vanmorgen een appje: “Die kuit is mooi blauw geworden. Ben er wat blij mee! Ik laat ze niet meer over mijn grenzen gaan! Zijn ze nou helemaal!” En hij sluit af met een smiley.