Wetenschappelijk bewijs!
Vanmorgen lees ik een stuk over tieners die omgaan met paarden en waarvan wetenschappelijk bewezen is dat hun stress hormoon aanzienlijk lager ligt dan tieners die dat niet doen.
Het doet me denken een aan telefoontje wat ik enkele weken geleden kreeg.
Als ik de telefoon aanneem toetert er iemand in mijn oor: “ik wil wetenschappelijk bewijs dat jouw werk veilig is!”
Verbouwereerd ben ik stil maar herken de stem van een cliënt. Marcel is een tijdje geleden bij ne geweest voor coaching met de paarden. Hij had al een aantal keren gebeld en geïnformeerd maar de stap om echt te komen was nog groot.
Marcel verteld in het voorgesprek dat hij goed bekend is in het hulpverleningscircuit en niemand die hem helpen kan. De verwachtingen liggen hoog merk ik. Ik vertel wat het werken met de paarden kan doen. Ondersteunen bij herstel; spanning wegnemen om zo de weg vrij te maken tot herstel.
Marcel blijkt een zeer gesloten man en komt wat achterdochtig over. Hij kijkt me niet aan en rommelt wat met de tijdschriften die in de praktijk op tafel liggen. Toch blijkt hij zich goed ingelezen te hebben want hij stelt rake vragen.
Bij de bak merk ik aan de paarden direct de afstand. Geen van hen komt of geeft een signaal dat ze wel met Marcel willen werken. In deze gevallen vraag ik onze Bucata altijd. Ze weet als geen ander gesloten cliënten te openen en ontwapenen.
De geslotenheid van Marcel bekijkt Bucata vanaf een afstandje. “Zie je wel, zegt Marcel, zelfs een paard wijst me af!” Op rustige toon vertel ik Marcel dat een paard niemand afwijst en vraag hem wat Bucata kan spiegelen. Het is heel lang stil en Marcel laat zijn hoofd wat zakken.
Als een plank met de handen diep in de jaszakken gestoken staat hij daar. Aarzelend stapt Bucata voorzichtig op hem af en snuffelt aan Marcel. Vragend kijkt hij me aan en ik knik naar hem, “toe maar..”
Voorzichtig haalt hij zijn handen uit zijn zakken en laat Bucata snuffelen.
Tijdens de sessie staat Bucata als bevroren in de bak. Ze verroert nog geen spier. Marcel vindt het heel confronterend. Mario en Special stappen in en er ontstaat een systemische opstelling.
Binnen het gezin blijkt er veel te spelen.
Ik herken mijn eigen paarden niet, maar Marcel herkent als geen ander zijn eigen ouders. Een emotionele confrontatie.
Tijdens de sessie vallen veel bewuste stiltes, ik laat het allemaal laat gebeuren en geef het tijd. Tijdens zo’n stilte van verwerking merk ik zachtjes tegen Mario op “och jongen toch wat doe je toch allemaal..” Waarop Marcel het uitschreeuwt: “Zeg dat wel! Wat doe je toch allemaal pa!”
Het was een lange sessie en koud en inmiddels natgeregend sluiten we af en gaan we naar binnen. Marcel is intens moe. De confrontatie was enorm. Hij is erg onder de indruk van Bucata. “Ik stond daar!”
Ik leg hem uit dat de één bevriest, de ander vlucht en weer een ander het gevecht aan gaat. Dat is overleven en is een basisbehoefte van mens en dier.
Gelaten gaat hij weg. Hij moet het allemaal eerst een plekje gaan geven.
En nu heb ik hem aan de telefoon en blijft hij razen. “Levensgevaarlijk dat werk van jouw!”
Ik laat hem uitrazen en als de storm is gaan liggen vraag ik wat er gebeurt is dat hij zo boos is.
Dan verteld hij me dat het niet meer lukt om weg te kruipen voor zijn angsten. De confrontatie heeft iets in hem losgemaakt waardoor vluchten niet meer lukt. In ons gesprek coach ik Marcel in het formuleren van zijn hulpvraag welke hij mee kan nemen in de hulpverlening om hem heen.
Nog na mopperend beëindigen we het gesprek.
Twee dagen later krijg ik een appje “SORRY! Marcel.” Een tweede appje volgt; “Mag ik nog wel een keer komen?” Natuurlijk Marcel, van harte welkom. Op jouw tijd en in jouw tempo.
Het artikel over het wetenschappelijk onderzoek bij tieners zal ik uitprinten en quasi nonchalant op de praktijktafel laten slingeren.